Vrijdag 13 juni organiseerde de Provincie Gelderland de Holland Business Promotion, het Nederlands-Duits netwerkevent van het Consulaat-Generaal in Düsseldorf. Steve Swiggers gaf er een lezing over stedelijke ontwikkeling als inleiding op het Coehoorn Centraal verhaal gepresenteerd door Paul de Bruijn. Het Coehoorn project werd in één van de drie workshops voorgesteld als voorbeeld van creatief ondernemen als stimulans voor de lokale economie.

De vraag was hoe stedenbouw en creatieve kracht elkaar kunnen versterken. Waarom ontstaan, net nu, ontwikkelingen zoals in Coehoorn: bottom-up initiatieven waarin creatieve ondernemers het voortouw nemen in stedelijke ontwikkelingen? De vraag kan opgesplitst worden in twee onderdelen: waar komt de opgang van bottom-up vandaan en wat is daarin de rol van de creatieve ondernemer.

De eerste vraag kan beantwoord worden door eerst het groeiend belang van de steden aan te halen. Ondanks het feit dat steden slechts 3% van de aardoppervlakte in beslag nemen leeft er nu al de helft van de wereldbevolking en volgens de recente voorspellingen in 2050 ongeveer 80%. Nog meer cijfer-bewijs: steden zijn verantwoordelijk voor 75% van de productie van CO² , consumeren ruim 70% van alle geproduceerde energie. Maar ook positief nieuws: 80% van de rijkdom wordt in steden ontwikkeld; vandaar onder andere ook de aantrekkingskracht. De grootste sociale ontwikkelingen zoals armoede, culturele verschuivingen, werkloosheid maar ook creativiteit vinden plaats in de stad. Vandaar de groeiende aandacht in literatuur, organisaties en manifestaties voor de stad. Zowel auteurs Benjamin Barber ('if mayors rule the world'), Jeremy Rifkin ('the 3th industrial revolution') als de nu lopende manifestatie IABR ('urban by nature') stellen dat we de huidige wereldproblemen zoals milieu enkel kunnen oplossen als we de problemen van de stad aanpakken.

Tezamen met het groeiend belang van de stad is er ook een verschuiving in de machtsstructuren. Eigenlijk sinds Ford de eerste industriële auto produceerde ondergaan steden de gevolgen van de tweede industriële revolutie. Autowegen, fabrieken en olie transformeerden de steden grondig. Suburbanisatie, snelwegen, industrieparken, vervuiling,..... Allemaal ontwikkelingen die veel manpower, geld en infrastructuur vereisen en (dus) gebeuren vanuit een sterke top-down planning georganiseerd vanuit een sterk geloof in groei. Denk aan de uitbreidingsplannen (AUP) van Amsterdam in de jaren '50, de Bijlmer in de jaren '70 of de Vinexwijken in de nineties. Nu is er nog wel een demografische groei (en verschuivingen) maar voor de rest kan men wel zeggen dat de rek uit de economie is en daarenboven drukt ook de milieucrisis een sterke stempel op nieuwe ontwikkelingen. Maar niet getreurd: net zoals indertijd steenkool, de stoommachine en boekdrukkunst, of olie,  elektriciteit en telefonie zorgden voor een omwenteling zullen nu hernieuwbare energie en internet oplossingen aandragen. En een belangrijk aspect aan deze gamechangers zijn het sterke democratisch en organiserend vermogen die kunnen plaatsvinden zonder veel mankracht of geld. Ondernemerschap was nog nooit zo dichtbij: maaken kan ook buiten de fabrieken via 3d printen of CNC, geld verzamelen via crowdfunding en verkopen via etsy of gelijken. The power is to the people! Daarom is bottom-up nu geen onvanzelfsprekend verschijnsel en zal het ook na de crisisen een belangrijke rol blijven spelen.

Waarom is creativiteit dan nu zo belangrijk en kan Arnhem met een Artez en Han hiervan enorm profiteren als ze zich hier bewust op gaat richten? Deze veranderingen zijn geen evolutie maar een revolutie. Zolang iets evolueert kan een relatief eenvoudige optimalisatie genoeg zijn en is er niet zoveel inventiviteit nodig. Maar wat nu gebeurt, gaat - zoals Jan Rotmans zegt-  verder dan een optimalisatie en vereist een grondige systeemverandering. En hier komt de kracht van creativiteit naar voren. Zij zijn net iets beter dan anderen in staat om te komen met innovatieve oplossingen door problemen niet als problemen maar uitdagingen te zien. Zij kunnen de ontbrekende schakel zijn of vorm geven tussen top-down en bottom-up. Want hoewel de kracht van steden en bottom up onmiskenbaar is, heeft top-down zeer zeker ook zijn kwaliteiten. denk maar aan de lange termijn, het noodzakelijk overzicht of het algemeen belang. Als we op een creatieve manier vorm kunnen geven aan een echte symbiose tussen top-down en bottom-up komen we tot een echte civic society.

Daarnaast, en dat is voor steden in deze tijd handig, is 'the creative class'  meestal bereid om hun (startende) onderneming onder te brengen in de rafelranden van de stad. Ze zijn niet op zoek naar state-of-the-art kantoor -of bedrijfspanden maar letterlijk en figuurlijk naar ruimte. En internet.  Vandaar ondermeer ook het succes van Coehoorn en bovenal ook het belang van deze initiatieven voor Arnhem en haar blik op de toekomst.

Zijn er dan geen nadelen of risico's? Die zijn er natuurlijk altijd, wie niet waagt niet wint. Zo kan de sterke nadruk op creativiteit en creative communities betekenen dat mensen met een minder sterk netwerk of beperkte creativiteit uit de boot vallen, ondanks het feit dat ze misschien leuke ideeën hebben of de noodzakelijke blik op de dagdagelijkse realiteit kunnen aandragen. Hier is ook een rol voor de overheden weggelegd maar ook voor de creatieven. Zij kunnen ondersteuning bieden. Vandaar de oprichting van Das Lokett. Das Lokett is een initiatief van William van Giessen (OK Parking) en Thijs Bisschops (Creativities) naar aanleiding van de workshop voor de HBP in Dusseldorf. Das Lokett moet een brug slaan tussen creatieve ondernemers in Arnhem en Dusseldorf maar kan dat ook tussen de Arnhemmers  en de creatievelingen.

De slides van de presentatie kan je hier bekijken.

Lees meer over: lezing